Integrale bekostiging geboortezorg: wat houdt het in?

Verloskundige samenwerkingsverbanden (VSV’s) en andere geboortezorgorganisaties kunnen vanaf 1 januari 2017 een contract aangaan met de preferente zorgverzekeraar tegen een integraal tarief. Er is nog onduidelijkheid over de praktische invulling van dit tarief. Het ROS-netwerk Ouder- en Kindzorg, waar Robuust deel van uitmaakt, zette op een rijtje wat tot nu toe duidelijk is over de bekostiging.

Populatiebekostiging in de gezondheidszorg

Populatiebekostiging is een bespreekpunt in diverse programma’s waarbij Robuust betrokken is. Aandoeningsgerichte bekostiging is in een aantal sectoren doorgevoerd, zoals de transmurale diabetesbehandeling georganiseerd door huisartsenzorggroepen. De geboortezorg is het eerste beroepsveld dat sectorbreed, op facultatieve basis, met populatiebekostiging te maken gaat krijgen.

Vragen en antwoorden integrale bekostiging geboortezorg

Met onderstaande vragen en antwoorden informeert het ROS-netwerk Ouder- en Kindzorg het beroepsveld over de feiten die begin augustus 2016 bekend zijn. De informatie is bedoeld om ordening aan te geven in de veelheid aan informatie die beschikbaar is en is expliciet niet bedoeld om te sturen in de richting van integrale bekostiging. Het overzicht wordt in de loop van de komende maanden bijgesteld en aangevuld.

Vragen en antwoorden

De minister zegt niet voornemens te zijn om de bestaande, sectorspecifieke bekostiging af te schaffen. Beide systemen blijven tot nader order naast elkaar bestaan.

De huidige prestaties verloskundige zorg blijven bestaan en kunnen ook gedeclareerd worden zonder een integraal contract met de zorgverzekeraar. De minister overweegt op dit moment niet om de huidige prestaties op termijn op te heffen. De minister voert overleg met de zorgverzekeraars over het niet opleggen van integrale tarieven en legt dit vast in een brief aan de Tweede Kamer voor de zomer.

Ja, dat kan. Vergoedingen van niet-gecontracteerde verloskundige zorg kunnen wel lager liggen dan gecontracteerde zorg.

  • Integraal tarief, met deelprestaties en de extra mogelijkheid tot onderlinge dienstverlening
  • Huidige financiering
  • Reeds gemaakte prestatieafspraken met Zilveren Kruis 3 jaar
  • Module integrale geboortezorg NZA (1 jaar om te komen tot een integraal tarief)
  • NZa Module Innovatie
  1. Prenatale fase tot 16 weken (intake – miskraam - nazorg)
  2. Geboortezorg prenataal OF
  3. Geboortezorg prenataal complex (bij klinische opname langer dan 5 afzonderlijke of aaneengesloten verpleegdagen en/of een cerclage)
  4. Geboortezorg natale fase OF
  5. Geboortezorg nataal intramuraal op eigen verzoek (geen medisch/sociale indicatie) OF
  6. Geboortezorg nataal complex (sectio, een complexe fluxusbehandeling, een manuele placentaverwijdering, totaal ruptuur)
  7. Geboortezorg postnataal (ex. Kraamzorg per uur) OF
  8. Geboortezorg postnataal complex (klinische opname langer dan 5 afzonderlijke of aaneengesloten verpleegdagen en/of een complexe fluxusbehandeling, exclusief kraamzorg)
  9. Kraamzorg door kraamverzorgenden postnataal per uur
  10. Onderlinge dienstverlening (voor het in rekening brengen van de zorg die een zwangere krijgt van een hulpverlener die niet is aangesloten bij dezelfde geboortezorgorganisatie). Zie vraag 6.

NB: Zorg Instituut Nederland heeft geadviseerd om enkele deelprestaties eventueel samen te voegen. Hier is nog geen uitsluitsel over.

Dit kan op twee manieren:

  1. Onderlinge dienstverlening (deelprestatie 10)
  2. Bundel breaken

Ad 1: Partijen moeten onderling afspraken maken over uitbetaling van bedragen per prestatie (bijvoorbeeld in geval van bloedverlies tijdens vakantie in Nederland en patiënt wordt opgenomen in ander ziekenhuis óf een nieuwe organisatie (bijvoorbeeld kraamcentrum) die (nog) geen deel uitmaakt van de geboortezorgorganisatie maar wel regelmatig diensten verleent.

Ad 2: In complexe situaties of gebrek aan overeenstemming: de bundel integrale bekostiging wordt bij die ene patiënt gebroken en alle zorgverleners (ook zij die aangesloten zijn bij de geboortezorgorganisatie) bij de ZV declareren volgens de huidige, aparte, tarieven.

Wel opgenomen:

  • Verloskundige zorg, kraamzorg en medisch specialistische zorg voor zover obstetrische zorg
  • Antenatale consultatieve kindergeneeskundige zorg
  • Eerstelijnsdiagnostiek voor zover die samenhangen met de zorgvraag van de zwangere vrouw in de prenatale fase

Niet opgenomen:

  • Niet verzekerde prestaties, bv pretecho’s
  • Obstetrische High Care / Intensive Care
  • Preconceptiezorg

Er is niet één tarief maar er zijn meerdere tarieven voor deelprestaties. Deze zijn allemaal vrij onderhandelbaar. Dit betekent dat zorgverzekeraars zelf afspraken kunnen maken met geboortezorgorganisaties over de hoogte van de bedragen van de deeltarieven.

De VSV’s die overgaan naar integrale bekostiging maken diverse kosten om deze wijzigingen vorm te geven. Daarnaast zijn er extra structurele kosten die moeten worden gedekt. De minister geeft aan dat dit vanuit de integrale tarieven bekostigd moet worden. Vooralsnog is er geen geoormerkte financiering beschikbaar voor de governance structuur.

Verzekeraars zien wel dat er geld nodig is voor governance maar zullen dat op termijn terugverdiend willen zien in besparingen en/of afbouw van de bestaande governance. De taskforce (zie vraag 10) kijkt samen met VSV’s en verzekeraars (en VWS) naar de beste mogelijkheden om dit gefinancierd te krijgen.

  1. De Taskforce Programma Transitie Geboortezorg (PTGZ), contactpersoon Martin Groesz Inventarisatie levensvatbare initiatieven. Tussen 5-10 regio’s worden intensief begeleid (en gemonitord) naar contractering integrale bekostiging per 1-1-2017. Ook regio’s die na die datum willen contracteren, kunnen contact opnemen.
  2. Module integrale zorg: financiële middelen voor de voorbereiding tot contractering integrale tarief geboortezorg
  3. Sommige ROS’en bieden onder andere advies en begeleiding bij strategische en veranderkundige vraagstukken, integrale visievorming, substitutievraagstukken, organisatievorming en implementatie. Voor begeleiding naar integrale bekostiging is specifieke expertise nodig en deze begeleiding wordt daarom niet door de ROS geboden.

Juridische entiteit met bevoegdheid om namens zorgaanbieders tenminste kraamzorg, verloskundige zorg, ziekenhuiszorg te contracteren.

Meerdere organisatiemodellen zijn mogelijk: zie de websites van College Perinatale Zorg en KNOV. Mogelijk ontstaan er ook weer nieuwe varianten bij de VSV’s die per 1-1-17 overgaan.

De zorgverzekeraar kan zelf ook voorwaarden stellen in haar inkoopbeleid – binnen de wettelijke kaders.

De noodzaak van een WTZi is nog niet vastgesteld. Toekenning duurt 16 weken na aanvraag.

Om als zorginstelling zorg aan te bieden die wordt gefinancierd vanuit de Zorgverzekeringswet, toetst het CIBG de zorginstelling aan de vereisten die in de wet worden gesteld. Er wordt gekeken naar de rechtspersoon, bedrijfsvoering, toezicht, toetsing aan Wet toelating zorginstellingen en het winstoogmerk.

Toekenning duurt 16 weken na aanvraag.

De eigen bijdrage voor partusassistentie door kraamverzorgende in het ziekenhuis vervalt.

De eigen bijdrage voor kraamzorg en poliklinisch bevallen zonder medische indicatie blijft vooralsnog bestaan.

Zwangeren kunnen nog steeds tussentijds wisselen van zorgverlener of van geboorteorganisatie. De NZa maakt onderlinge verrekening van de kosten mogelijk met de prestatie Onderlinge verrekening. Zie ook vraag 6.

Als de zorgverzekeraar een contract afsluit met één geboortezorgorganisatie waarin bijvoorbeeld een beperkt aantal eerstelijnspraktijken zijn vertegenwoordigd kan dit wel de 'ervaren' keuzevrijheid van de zwangere beïnvloeden.

Afspraken worden gemaakt over wat goede zorg is en hoe dat te meten. Deze afspraken komen in het kwaliteitsregister van het Zorginstituut. Aan de hand van deze afspraken geven zorgaanbieders informatie over de geleverde zorg aan het instituut. Deze kwaliteitsgegevens zijn openbaar.

De fiscale consequenties, inclusief de eventuele BTW plicht worden nog in kaart gebracht.

De Taskforce laat een rekentool ontwikkelen om zorgaanbieders in staat te stellen tariefstelling en verdeelafspraken door te rekenen.

Zorgaanbieders mogen met meerdere zorgaanbieders samenwerken. De Mededingingswet verbiedt dergelijke samenwerkingsverbanden in beginsel niet. Het is binnen een samenwerkingsverband op grond van de mededingingsregels echter niet toegestaan om bijvoorbeeld concurrentiegevoelige informatie uit te wisselen, patiënten te verdelen of om anderen uit de markt te drukken. Bij twijfel moet de ACM worden geraadpleegd.

Zie ook de CPZ en KNOV organisatiemodellen.

Volgens de wet mogen partijen niet worden geweigerd op ‘onredelijke grond'. Daarom is het belangrijk om als geboortezorgorganisatie heldere toelatingscriteria te hebben.

Voor alle cliënten die ná 1-1-17 in zorg gekomen zijn. Er bestaat nog discussie over de wijze van verrekening van cliënten die vóór 1-1-17 al in zorg waren, maar pas daarna bevallen.