Van aanstekelijk enthousiasme tot taai proces

Anders denken, doen en organiseren verovert Zuid-Nederland

Anders denken, doen en organiseren. Wat in 2016 begon als experiment in één wijk groeide uit tot een gedachtengoed dat op steeds meer plaatsen wordt gezien als kans om maatschappelijke vraagstukken compleet anders op te pakken. Een werkwijze waarbij de inwoner écht centraal staat, waarin door samenwerkende organisaties wordt geleerd door te doen en wordt gedacht in mogelijkheden in plaats van belemmeringen. Robuust was vanaf het begin betrokken bij deze gedragsverandering. Een achtergrondverhaal over het succes, de verspreiding in andere regio’s, de rol van Robuust én de toekomst.

 

 

De aanpak in het kort

Inwoners, beroepskrachten, managers en bestuurders werken met elkaar aan een gedragsverandering;

  • Anders denken: vanuit de inwoner, in mogelijkheden in plaats van belemmeringen en los van het bestaande aanbod;
  • Anders doen: echt mét die inwoner samen en door betere samenwerking binnen de organisatie en daarbuiten (op alle niveaus);
  • Anders organiseren: onderzoeken hoe systemen, financiering en regelgeving zo kan worden ingeregeld, dat het helpt in plaats van belemmert bij het anders denken en anders doen.

Deelnemers noemen het ook wel ‘werken vanuit de bedoeling’. En die bedoeling is een passende, duurzame oplossing vinden op de vraag van inwoners. Daarbij is het motto: leren door te doen. Betrokkenen reflecteren voortdurend op alles wat zij doen en proberen vervolgens samen belemmeringen en systeemvragen op te lossen.

Addo-1.jpgWat wil ik, kan ik en heb ik nodig?

Bij een individuele vraag van een inwoner verdiept deze zijn vraagstuk door drie vragen te beantwoorden: wat wil ik, wat kan ik en wat heb ik nodig? Dat doet hij thuis, tijdens een gesprek met zijn eigen netwerk en beroepskrachten uit verschillende organisaties die voor hem van belang zijn. In het gesprek wordt samen een oplossing bedacht én een plan gemaakt dat binnen zes weken wordt uitgevoerd. Een werkwijze die eenvoudig klinkt, maar achter de schermen veel vraagt. Immers, er kan een oplossing op tafel komen die niet past bij de huidige producten en diensten van de organisaties. De afspraak is dat betrokken organisaties het plan tóch gezamenlijk uitvoeren.

“Door anders denken, doen en organiseren zien we burgers in de wijk weer in hun kracht komen, meer werkplezier bij alle medewerkers en een bestuurlijke energie ontstaan… iedereen kan doen wat hij of zijn wil, kan en er is veel minder nodig!”
 

Dhr. Fred Pijls MHA
voorzitter raad van bestuur, GGZ Oost Brabant

Van Ruwaard naar Zuid-Nederland

De oorsprong van het gedachtegoed ligt in de Osse wijk Ruwaard met ruim 13.000 inwoners. Daar experimenteren ze al sinds 2016 onder de naam ‘Proeftuin Ruwaard’. Robuust is vanaf het begin als procesbegeleider onderdeel van het programmateam in Ruwaard. De resultaten in de wijk zijn goed. Inwoners zijn blij, beroepskrachten zijn blij en het budget blijft gelijk. Niet vreemd dus dat het anders denken, doen en organiseren ook andere regio’s heeft bereikt. Bijvoorbeeld in Bergen op Zoom (Zoom-In), Deurne (Proeftuin Deurne) en regio Roermond (Samen Gezond) begeleiden we vanuit Robuust het proces. En in Helmond (VanEiges), Den Bosch (Thuis in Zuid-oost), Hoensbroek (Integrale Wijkaanpak Hoensbroek) en Cuijk, Grave, Mill en St. Hubert (Proeftuin Cuijk, Grave, Mill en St. Hubert) zijn we vanuit Robuust sparringpartner van een lokaal programmateam.

 

“De samenwerking met Robuust ervaar ik als zeer prettig. De ervaring, kennis en passie die medewerkers van Robuust hebben, inspireren mij bij hoe ik mijn rol invul bij VanEiges én daarbuiten!”

 

Elske van Osch
volksbelang Helmond

Tijd voor een vragenvuur

Het anders denken, doen en organiseren verspreidt zich sinds afgelopen jaren over Zuid-Nederland. Maar waarom? En is het dan een kwestie van copy and paste? Hoe duurzaam is deze aanpak eigenlijk? Een vragenvuur aan de betrokken Robuust programmamanagers Susanne Smits (Proeftuin Ruwaard, VanEiges en Proeftuin Cuijk, Grave en Mill), Pepijn van den Beemt (Zoom-In) en Jolande van Meer (Proeftuin Deurne, VanEiges en Samen Gezond).

1.    Het sluit aan op vraagstukken van iedereen

Jolande: “Door deze manier van werken, werk je vanuit je eigen deskundigheid. Niet vanuit het aanbod van je organisatie.” Susanne vult aan: “En zo komen inwoners en beroepskrachten samen tot echt passende oplossingen. Tegelijkertijd biedt het mogelijkheden om de belemmeringen van managers en bestuurders op te lossen.”
“Hoewel het ontzettend veel vraagt van organisaties om zo te werken, voelen zij wel dat het een stap is in de goede richting. Want niemand kan erop tegen zijn de inwoner écht centraal te stellen”, legt Pepijn uit.

2.    Leren en experimenteren geeft ruimte

“Fred Pijls, voorzitter van de steungroep van Proeftuin Ruwaard en bestuurslid van GGZ Oost-Brabant zegt vaker dat er om de proeftuin een hekje staat, waarbinnen je mag experimenteren en leren. Dat hekje biedt veiligheid. Hier mag je werken vanuit de bedoeling en doen wat nodig is”, vertelt Susanne. “En dat samen leren, is spannend”, gaat Jolande verder. “Zowel beroepskrachten, managers als bestuurders moeten over een drempel stappen.” Susanne: “Die leeraanpak is ontstaan in Ruwaard als antwoord op de vraag vanuit bestuurders om te kunnen experimenteren en leren. Inmiddels is het een onlosmakelijk onderdeel van de aanpak en vormt het de basis van anders denken, doen en organiseren.”

3.    Het werken op vier niveaus

 “Veel projecten worden uitgevoerd op één niveau. En hoe succesvol ook; vaak zie je dan dat het project na een korte tijd verwatert en niet is verankerd in de organisaties”, legt Pepijn uit. “In de ontwikkeling van het gedachtengoed wilden we een manier bedenken waarop we alle betrokken mensen écht aan elkaar konden verbinden”, vervolgt Susanne. “Het programmateam bedacht het experimenteren en leren op vier niveaus: als we al deze niveaus in elke fase betrekken, dan verankeren we de aanpak in de organisaties.” Pepijn: “Binnen Zoom-In hamer ik daar voortdurend op: alle niveaus moeten aanwezig en betrokken zijn, anders kunnen we niet verder.”

4.    Een breed perspectief

Pepijn: “Anders denken, doen en organiseren dwingt je niet alleen om te kijken door de bril van de inwoner, maar ook door de bril van andere organisaties. En dat opent nieuwe werelden. Woningcorporaties bijvoorbeeld, die zijn veel minder gebonden aan registratieprotocollen. Die willen en kunnen vaak vooruit. En bij de GGZ zit enorm veel urgentie wat een vliegwiel kan zijn om in beweging te komen.” Jolande: “En vergeet ondernemers en kunst- en cultuurinstellingen niet. Zij komen tot heel andere oplossingen doordat ze bijvoorbeeld kijken naar waar mensen plezier aan beleven en sociale contacten opbouwen.”

 

5.    Een (onafhankelijk) programmateam

Pepijn legt uit: “Het is zo’n complex proces met belangen en weerstand, dat het heel verleidelijk is om het niet samen te hebben over de bedoeling. Bijvoorbeeld door te spreken over inhoud of ontwikkelingen die buiten de samenwerking spelen. Wij brengen vanuit Robuust het gesprek weer naar het hier en nu; waar het over zou moeten gaan. Vanuit een onafhankelijke positie. Daar zit onze kracht.” Susanne: “En door die onafhankelijke rol krijgen we het vertrouwen van alle betrokken partijen om steeds de bedoeling centraal te kunnen stellen en daar met betrokkenen op te reflecteren."

Jolande beaamt dit. “Het programmateam begeleidt betrokkenen om op alle niveaus het juiste gesprek met elkaar te voeren. Daarnaast richten we ons op het kunnen vertellen van het verhaal, binnen de organisaties en daarbuiten. En er is veel aandacht voor het meten van de voortgang." Susanne: “Zo’n programmateam heb je echt nodig. Je houdt je bezig met het samenspel op vier niveaus, het organiseren van steun zodanig dat iedereen kan werken vanuit de bedoeling en dat in de juiste volgorde en met een doorgaande leer- en ontwikkellijn. Dat vraagt om een team dat zich daar vanuit volle overtuiging op kan focussen.”

En dus… copy & paste in andere regio’s?

Pepijn: “Absoluut niet. De complexiteit is op niet één plek hetzelfde. Ja, betrokkenen worstelen overal met dezelfde vraagstukken. Maar allemaal binnen een eigen dynamiek, met een eigen cultuur, kleuring, ambitie, behoeften en belangen. Het leggen van verbindingen hiertussen is in iedere regio opnieuw een uitdaging.”

“Het enthousiasme in Ruwaard werkt aanstekelijk”, gaat Susanne verder. “Maar het is ook een risico, want veel partijen doorzien niet hoeveel het écht vraagt. Hoe lastig het is om écht iets anders te doen binnen bestaande structuren en gewoontes. En tsja, dan kan het ineens heel taai voelen. Als mij wordt gevraagd om de ervaringen in Ruwaard, dan geef ik daar antwoord op. Maar ik stel vervolgens altijd de vraag: ‘Wat denk jij zelf dat in jouw regio nodig is en gaat werken?”

 

“Decennia lang zijn er vanuit organisaties binnen de werelden van zorg, welzijn, overheden en verzekeraars gebaande paden diep ingesleten geraakt. De roep van de inwoner/cliënt/patiënt dat hij/zij meer is dan de ziekte/beperking en unieke ondersteuning op maat vraagt; en de huidige failliete, financiële structuur zouden ons moeten dwingen tot diepgaande transformerende verandering…Echter dat gaat niet als vanzelf en vraagt een ROBUUST breekijzer, om deze 'ingesleten patronen' in onze systemen los te wrikken, om vervolgens duurzaam onze gezamenlijke opgave van welzijn/zorg/wonen/samenleven te benaderen vanuit de unieke vraag.“
 

Ad van Rijen
Bestuurder WijZijn Traverse Groep

Trap-ADDO.jpg

Is deze aanpak nu echt toekomstbestendig?

“Niemand kan ik de toekomst kijken,” begint Jolande, “maar het legt wel een basis om samen te kunnen werken aan duurzame oplossingen.” Susanne reageert: “Ook in Ruwaard zijn we er nog niet. Het blijft een uitdaging om niet terug te vallen in oud gedrag en er zijn nog veel belemmeringen te overwinnen. Of het zinvol is? Daar twijfel ik geen moment aan: mensen leren er écht iets van en dát heeft een duurzaam effect. En al die inwoners die tot nu toe met deze aanpak zijn geholpen, dat is waar ik het voor doe.”

Lessons learned die we meenemen van de ene regio naar de andere

  • Je hebt een gedeelde visie nodig die boven het belang staat van de individuele organisatie.
  • Je hebt een onafhankelijk programmateam nodig, bestaande uit diverse disciplines.
  • Je hebt een lokale aanjager nodig die mensen en beroepskrachten in de wijk kent en begeleidt bij het anders denken en doen.
  • Betrokken organisaties moeten intern regelen dat betrokkenen op alle niveaus structureel fysiek bij elkaar komen, zodat ze ook binnen de organisatie goed kunnen samenwerken en het gedachtengoed echt gaan doorleven.
  • Leren aan de hand van casuïstiek werkt.
  • Blijf in het hier en nu; houd het klein.
  • Beperk je leersessies tot de vragen:

       Hoe is het gegaan?
       Wat waren de effecten voor de wijkbewoners en de organisaties?
       Wat belemmerde en wat hielp?
       Wat nemen we mee voor de volgende keer?

 

lezen.png