Gaan we allemaal digitaal?

9 juli 2020

We leven in een bijzondere tijd. Het coronavirus heeft wereldwijd velen ziek gemaakt. De meeste mensen zijn echter niet fysiek maar mentaal door het virus geïnfecteerd. Het virus is besmettelijk, doet onzichtbaar zijn werk en niemand weet waar het zich bevindt. Om verspreiding te voorkomen heeft het RIVM maatregelen ingesteld, waaronder het houden van anderhalve meter afstand en het advies om zoveel mogelijk thuis te blijven. Deze maatregelen hebben groot effect op het fysiek samenkomen van mensen. Dit brengt ook in de zorgsector de nodige veranderingen teweeg.

Digitalisering in de zorg

Om in coronatijd fysiek contact te vermijden, zijn één van de vele digitale middelen te gebruiken. Vóór de lockdown werden deze in de zorg beperkt ingezet. Dit was vooral iets voor innovatieve instellingen, voor mensen die geïnteresseerd zijn in techniek, voor koplopers. Wat mij opvalt in de vele uitingen over digitalisering in coronatijd, is de toename in het gebruik van beeldbellen onder medisch specialisten en het geven van zorg op afstand door verpleegkundigen en verzorgenden. En dat paramedici digitale behandelprogramma’s opstarten of verbreden.

Terugkijkend in mijn digitaal archief stuit ik op een brief van het ministerie van VWS uit 2014. Van het toenmalige vijfjarenplan waren in 2019 veel doelen niet behaald. In coronatijd zijn binnen enkele maanden veel van deze doelstellingen alsnog gerealiseerd. Blijkbaar was hiervoor urgentie nodig. Dat er op dit moment slechts in beperkte mate fysiek contact mogelijk is, zorgt ervoor dat digitale communicatie voor de patiënt in korte tijd van onschatbare waarde is geworden.

Voorbeelden uit de praktijk

De toegevoegde waarde van digitalisering aan de reis van de patiënt in coronatijd blijkt uit enkele positieve ervaringen binnen mijn netwerk.

John Reijnen, fysiotherapeut in de eerste lijn in Malden, is heel enthousiast over het gebruik van Physitrack, een online oefenprogramma voor patiënten. Binnen zijn praktijk werd deze applicatie voorheen op kleine schaal gebruikt. Sinds de coronacrisis wordt deze breder ingezet. Voor de patiënt heeft het veel voordelen om op zelfgekozen tijdstippen te oefenen en met behulp van videobellen contact te hebben met de fysiotherapeut. Via de app is zicht op de binnen het programma geboekte vooruitgang en bij doorverwijzing zijn de gegevens eenvoudig te delen met andere betrokken professionals.

Zes jaar geleden kwam ik in contact met Elisa Gielen van TinyEye Europe. Niet gebonden aan een locatie kunnen kinderen en volwassenen, die logopedie nodig hebben, via oefeningen en opdrachten online worden behandeld. Er kan op zelf gekozen momenten aan de opdrachten worden gewerkt en de logopedist kan op afstand de vorderingen volgen en waar nodig bijsturen. Op Facebook deelt Elisa haar enthousiasme over de toename van online logopedie in coronatijd. Zij heeft altijd geloofd in de voordelen van online behandeling voor de patiënt en ook hier wint de aanhouder.

Zowel de fysiotherapeut als de logopedist onderschrijven de toegevoegde waarde van face-to-face contact, maar achten dit niet strikt noodzakelijk voor het bereiken van resultaat. De patiënt ervaart meer zelfregie in het oppakken van de behandeling. Zij is immers niet aan moment of tijd gebonden om de oefeningen uit te voeren. Daarnaast is het een voordeel dat de voortgang online wordt gemonitord. De therapeut ziet aan de resultaten en aan de frequentie, waarmee de oefeningen worden gedaan, het effect van de voorgeschreven behandeling. Patiënten zijn minder tijd kwijt aan reizen en wachten in een overvolle wachtkamer is verleden tijd.

Marcel Suderée van Sananet vertelt dat het gebruik van telemonitoring en de inzet van SanaCoaches voor patiënten met longaandoeningen en hartfalen in de coronacrisis enorm is toegenomen. De gebruikers hoeven voor controles niet naar de polikliniek, maar staan rechtstreeks digitaal in contact met hun SanaCoach. Zij doen thuis metingen en, als het nodig is, wordt de behandeling bijgestuurd. Zo wordt voorkomen dat patiënten afwachten, denken dat het wel overgaat en pas aan de bel trekken als hun klachten nog erger zijn geworden. Zorgorganisaties, die bekend zijn met deze werkwijze, kunnen tijdens de coronacrisis gemakkelijk opschalen. Voor anderen vraagt het extra tijd, maar dankzij het aanbieden van online scholingen aan verpleegkundigen kan er toch snel worden gestart. Een enorme stimulans voor de inzet van de SanaCoach is de speciale noodregeling SET Covid-19 binnen de Stimuleringsregeling E-health Thuis (SET) van VWS. Deze regeling werd in maart 2020 opengesteld en moest al binnen enkele dagen sluiten, omdat het subsidieplafond van 23 miljoen toen al was bereikt. De verwachting is dat de 2.0 versie van deze maatregel, die vanaf juli 2020 kan worden aangevraagd, de inzet van telemonitoring opnieuw een boost zal geven.

En na corona?

En hoe zal het verder gaan? Patiënten, die de afgelopen tijd meer vertrouwd zijn geraakt met e-coaching, online oefenen en beeldbellen met hun behandelaar zullen naast deze digitale mogelijkheden hun behandelaar zo nu en dan ook willen zien. De combinatie van digitaal en fysiek contact biedt veel mogelijkheden voor patiënt en behandelaar. Dankzij de inzet van digitale middelen wordt een groot deel van de reis van de patiënt vastgelegd en is monitoren van de aandoening niet voorbehouden aan de behandelaar. De patiënt krijgt meer regie over zijn ziekte, ontvangt een signaal als waarden afwijken en zijn behandeling wordt waar nodig direct bijgestuurd. Zowel voor de patiënt als voor de professional heeft digitale communicatie en behandeling in coronatijd de meerwaarde bewezen. Ik denk dat er geen weg meer terug is; we gaan allemaal meer digitaal!

Gaan we allemaal digitaal?