Het unieke karakter van ‘de eigen regie en kracht’

 “Doe datgene waar je zelf invloed op hebt.” Ik word getroffen door deze uitspraak uit het boek ‘400 brieven van mijn moeder’ van Joseph Oubelkas. Daarin omschrijft hij op indrukwekkende wijze hoe hij – met onvoorwaardelijke steun uit zijn omgeving – vijf jaar onterechte gevangenis overleeft. Zijn boek zet mij aan het denken over de inzet van eigen kracht en regie in het Zorgnetwerk Roermond.

Door: Jolande van Meer - 9 februari 2018

Oubelkas richt zich in die vijf jaar gevangenschap op datgene waar hij invloed op heeft. Hij ontwikkelt en gebruikt hierbij zijn eigen kwaliteiten, waardoor nieuwe deuren opengaan. Hij leert de Arabische taal, geeft Engelse les en sportlessen op de binnenplaats en onderhoudt een moestuin. Zijn verblijf wordt er aangenamer op en na vijf jaar verlaat hij in goede gezondheid de gevangenis. Eigen regie is ontzettend belangrijk in moeilijke periodes en bij herstel, weet ik ook uit eigen ervaring. Maar hoe zetten we eigen kracht en regie in als zorgnetwerk? Waar ligt de balans tussen stimuleren, faciliteren en opleggen? En hoe verhoudt zich dat tot de persoonsgerichte benadering waarnaar we streven?

eigen-regie.jpg

Eigen regie in de praktijk

Ieder persoon is uniek, evenals zijn omgeving. Betekent eigen regie voor mensen in een kwetsbare positie hetzelfde als voor mensen die niet kwetsbaar zijn? Wil en kan een mantelzorger wel (voldoende) hulp verlenen en accepteert de patiënt dit? In hoeverre moeten we afdwingen dat de thuisomgeving de zorg overneemt, om de kosten beheersbaar te houden? En wat betekent dit dan voor de gezondheid van de patiënt en de kwaliteit van de zorg- en hulpverlening?

Drie voorbeelden van totaal uiteenlopende situaties:

Vader en moeder besluiten, na het uit huis gaan van hun twee dochters, om hun zoon met een ernstige vorm van autisme weer thuis te gaan verzorgen. De reden? Het bieden van meer structuur, regelmaat en buitenleven, zodat hij rustiger en minder agressief wordt. Kortom: voor het welbevinden van het hele gezin. Via een persoonsgebonden budget zet het stel een minizorgsysteem op, bestaande uit vader, moeder, dochters en acht zorgverleners die een bepaald aantal uur per week beschikbaar zijn. Na drie maanden zit zoonlief beter in zijn vel en heeft hij voldoende vertrouwen in de zorgverlener om alleen met hem op pad te gaan.

Een vitale vrouw begeleidt al ruim tien jaar haar partner in het ziekteproces van dementie. Jaren waren ze bezig met de verkoop van hun huis en het zoeken naar een aanleunwoning. De dagbehandeling is inmiddels opgelopen van een middag in de week naar vier volledige dagen in de week. De vitale vrouw gaat steeds vaker over haar eigen grenzen heen, om haar omgeving te ontlasten. Zelf wordt ze er ook niet vitaler op. Gelukkig heeft het stel vrienden die om de beurt een middag in de week met de man op pad gaan en zo lucht geven aan zijn partner. Inmiddels begint de dementerende man zijn dag- en nachtritme om te draaien en is opname in een verpleeghuis gewenst. Echter, er is geen plaats.

Een vrouw met terminale kanker regelde al aan het begin van haar ziekteproces dat, wanneer zij 24 uur per dag zorg nodig zou hebben, haar drie kinderen en partner niet de rol van zorgverlener op zich hoeven te nemen. Zij wil dat haar man en kinderen vooral man en kind mogen zijn en zorg mogen verlenen wanneer zij dit gezamenlijk op prijs stellen.

Drie totaal verschillende situaties. Met allemaal een verschil in eigen kracht, regie, middelen, ruimte en organisatietalent. Wat doet dit met de kwaliteit van leven van de patiënt én de mantelzorgers? En met de kosten ten opzichte van een andere mogelijke situatie? Wat mag je op een gegeven moment nog verwachten van de omgeving?

Zelfredzaamheid en eigen kracht

In de Groene Amsterdammer lees ik over de ‘zelfredzaamheid paradox’ in de huidige samenleving. Het blad twijfelt openlijk over de haalbaarheid en realiteit van de inzet van eigen kracht. “Onze beoordelingsstaat, met haar obsessie voor eigen verantwoordelijkheid, moet haar prioriteiten omdraaien”, schrijft het. “Niet ‘heeft u daar wel recht op’, maar ‘wat heeft u nodig’ wordt dan de belangrijkste vraag. Als zelfredzaamheid inderdaad als doel geldt, is die vraag het enige juiste uitgangspunt.”

Een stellingname die het overpeinzen waard is. Tegelijkertijd geven bovenstaande voorbeelden weer wat voor een mooi uitgangspunt eigen kracht is. Maar het vraagt wel iets van zowel de omgeving als van de betrokken hulp- en zorgverleners. Wat is nodig? Zij moeten samen voortdurend verantwoordelijkheid geven en nemen, het gesprek met elkaar aangaan over rechten en plichten, inschattingen maken over de consequenties voor de gezondheid, de kwaliteit van de zorg en het leven en de beheersbaarheid van de kosten. De uitdaging voor ons als programma is om maatwerk te bieden, waarbij we met al die factoren rekening houden.

De juiste balans

In het netwerk zijn we gestart met het in kaart brengen van onze uitdagingen op het gebied van valpreventie. De komende periode zoeken we op dit thema de balans tussen de eigen kracht, regie en verantwoordelijkheid van de inwoner en de ondersteuning van de professional. Zowel op het niveau van directie als van de inwoners en professionals in het veld. Ik ben benieuwd welke interventies samen worden bedacht en uitgevoerd.

Eigen regie en kracht

 

Blog

Jolande van Meer
programmamanager